Genezing in het Oude Testament

Welvaart, voorspoed en gezondheid zijn belangrijk thema’s in het Oude Testament. Dat is goed te zien in het boek Deuteronomium. De hele wet wordt nog eens herhaald en in hoofdstuk 28 lezen we waarom. Als je Gods geboden houdt dan is er welvaart, voorspoed en gezondheid. Als je Gods geboden niet houdt dan staan je de meest verschrikkelijke gevolgen te wachten.

Genezing inleiding
In het Hebreeuwse deel van de bijbel, het Oude Testament wordt ruim tachtig keer gesproken over genezing.
Je komt in het Hebreeuwse deel van de Bijbel drie woorden tegen. Het meest voorkomende woord is ‘rapha’ dat je kunt vertalen met helen, herstellen of genezen. Het komt 67 keer voor in 62 verzen voor in het Hebreeuwse deel van de bijbel. Het woord heeft Strongnummer H7495. Rapha komt van ‘het geluid van snel aan elkaar naaien’. De reformator Luther noemde dokters “De schoenmakers van God”.
Dan is er het woord marpé, dat je ook kunt vertalen met heling en genezing. Dit woord heeft rapha als wortel. Marpé heeft qua betekenis een toevoeging op rapha. Welke weet ik niet. Het woord marpa komt 16 keer voor in 15 verzen, strongnummer H4832. Dit woord komt voor het eerst voor in 2 Kronieken 21:19.
En tenslotte is er het woord teruwphah dat eenmaal voorkomt en wel in Ezechiël 47:12 en wat in deze context ‘genezend medicijn’ betekent. Strongnummer H8644.
1. Genezing in de Tora
De eerste tekst in de bijbel die gaat over helen of genezen is bij een geschiedenis van de vader van alle gelovigen. Het zal niet toevallig zijn dat hier voor het eerst over ‘genezen’ wordt gesproken. In de bijbel is weinig of misschien wel niets toevallig.
Genesis 20:17 gaat over Abraham op wiens voorbede er genezing is. Het gaat hier om de heling van Abimelech zijn vrouw en bijvrouwen op het gebed van Abraham. Als gevolg van deze heling bleken zijn vrouwen weer vruchtbaar.
Genesis 50:2 gaat over dokters, die Jacob balsemen als hij is gestorven. Opmerkelijk is dat Jozef de geneesheren, dokters de balseming laat doen niet de beroepsgroep die dit normaal doet de priesters van de afgoden tempels.
Als ik goed heb gezocht wordt voor het eerst in de bijbel over ziekten gesproken bij de plagen in Egypte. In Exodus 9: 8-12 gaat over de zesde (van de tien) plagen van Egypte, men krijgt een soort van gezwellen of zweren, “sjèchin”. Hiernaar wordt verwezen in de volgende perikoop over genezing.
Uit archeologisch onderzoek blijkt dat er toen in Egypte geweldig veel ziekten waren. De gemiddelde leeftijd van de Egyptenaren was heel laag, vergelijkbaar met de slechtste landen om te leven heden ten dag. Er was slechte hygiëne, en daardoor veel infectieziekten, het bleek dat er ook al veel geslachtsziekten waren. Ze zullen ook wel alles gegeten hebben wat los en vast zat. Vergelijkbaar met de huidige ontwikkelingslanden. Een zieke samenleving.
Na de doortocht door de Rode Zee kwam het volk Israël bij Mara een plek waar het water bitter was. Men komt bij Mozes met hun klacht. En dan Exodus 25: Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. Daar in de woestijn gaf de HEER hun wetten en regels, en daar stelde hij hen op de proef. 26 Hij zei: ‘Als jullie de woorden van de HEER, jullie God, ter harte nemen, als jullie doen wat goed is in zijn ogen en al zijn geboden en wetten gehoorzamen, zal ik jullie met geen van de kwalen treffen waarmee ik Egypte heb gestraft. Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’
Dit is een bijzonder passage in de bijbel. Het stuk hout zou wel eens naar het kruis van Jezus kunnen verwijzen. Mara was het bittere lijden en sterven van Jezus. Het hout maakt het water zoet. Dan komt een soort samenvatting van de hele Tora, beter misschien nog van de hele bijbel. En dat hier zo halverwege het boek Exodus. Deze perikoop eindigt met een hoogtepunt: Anee JHWH rapha, Ik JHWH genezer. In de vertaling van de NBV ‘Ik, de HEER, ben het die jullie geneest.’
In Exodus 21:19 gaat het over de kosten van genezing, die iemand moet vergoeden als door zijn schuld iemand geblesseerd is geraakt.
De teksten in het boek Leviticus over genezing gaan allemaal over het genezen van melaatsheid of zoals de NBV vertaalt van huisvraat.
Leviticus 13:18 Gaat over ziekte en genezing van melaatsheid.
Leviticus 13:37 Gaat over melaatsheid, die is genezen. De priester moet dat vaststellen.
Leviticus 14:3 en 48 God levert een procedure om genezen melaatsen weer in de gemeenschap op te nemen.
God verbindt zijn naam ook aan genezing van melaatsheid. Je merkt in het NT dan ook de teleurstelling van Jezus dat alleen een buitenlander kwam voor genezing van melaatsheid. Lucas 4:27 ‘En in de tijd van de profeet Elisa waren er veel mensen in Israël die leden aan huidvraat. Toch werd niemand van hen gereinigd, maar wel de Syriër Naäman.’ Het woord van Jezus is een aanklacht.
Numeri 12 gaat over de aanmerkingen die de zus van Mozes, Mirjam en zijn broer Aäron op Mozes maken en als gevolg daarvan de woede van JHWH daar over. Mirjam wordt melaats. Aäron pleit voor haar en ‘Toen riep Mozes luid de HEER aan: ‘Ik smeek u, God, genees haar!’ Numeri 12:13. Een mooi hoofdstuk om te lezen.
Deuteronomium 28 is een lang hoofdstuk dat gaat over zegen en vloek. God zal ongeneeslijke ziekten en zweren geven als de mensen zijn regels niet opvolgen. (verzen 27 en 35)
Deuteronomium 32:39 In dit lied zegt God over zichzelf o.a. ‘ik sla wonden en ik genees’. Dat slaan van die wonden komen we tegen als het volk langdurig en ingrijpend van zijn wegen afweek. Als je zegt de Heer heeft me ziek gemaakt, dan is dat in feite een belijdenis dat je een grote zondaar bent, ernstig afgeweken van Gods wegen. Kun je niet trots op zijn. Neemt niet weg dat de Heer het je soms moeilijk kunt maken. Dat kunnen we zien aan de levens van bijvoorbeeld de profeten. Mozes, Elia, Elisa, Jesaja, Jeremia en Ezechiël. De Heer maakte ze het moeilijk, maar altijd met een doel: om een belangrijk boodschap te brengen of te zijn. Het meeste lijden is door wat we onszelf aandoen of wat de mensen elkaar aan doen. Of door de natuurrampen. Hoewel het dan ook vaak door mensen verergerd wordt doordat voorzieningen zijn onthouden zoals slecht gebouwde huizen bij een aardbeving.
2. Genezing in de vroege boeken
1 Samuel 5 en 6 gaat over de omzwervingen van de ark in het Filistijnse gebied. Als ze ark naar Israël terugsturen zullen ze weer van hun ziekten genezen, hopen ze.
1 Kon 18:30
2 Kon 2: 21 en 22 Elisa maakt met zout ongezond water weer gezond.
2 Kon 8 (29) en 9(15) de in de strijd gewonde koning van Israël Joram neemt tijd om te genezen, maar voordat hij is genezen wordt hij door Jehu gedood.
2 Kon 20: 5 en 8. Koning Hizkia ontvangt op zijn gebed genezing. Hij mag nog 15 jaar leven.
2 Kron 7:14 gaat het over genezen/helen van het land
2 Kron 16:12
2 Kronieken 21:18 (marpa)
2 Kron 22:
2 Kron 30: geneest het volk als gevolg van Hiskia (nalezen)
2 Kronieken 36:16 (marpa)
3. Genezing in Job, Psalmen, Spreuken en Prediker
Job 5:18
Job 13:4
Er zijn zeven Psalmen die gaan over genezing:
Psalm 6:3 genezing van doodsangst.
Psalm 30:2 genezen van doodsgevaar.
Psalm 41:4 gaat over genezing na erkenning van zonden.
Psalm 60:2 genezing van het land (de aarde)
Psalm 103:3 Een belofte: hij geneest al uw krankheden.
Psalm 107:19 en 20 het woord van God genas.
Psalm 147:3 God geneest wie gebroken zijn.
Spreuken gebruikt het woord ‘rapha’ niet maar wel het woord ‘marpa’ wat is afgeleid van rapha.
Spreuken 4:22 want leven zijn ze (de woorden van God) voor wie hen vindt,- een geneesmiddel (medicijn SV) voor heel zijn vlees (NB)
Spreuken 6:15 daarom (een mens van leugen en bedrog) komt plotsklaps zijn verderf,- ineens wordt hij gebroken, geen genezing meer mogelijk! (NB)
Spreuken 12:18 Er is gezwets dat werkt als dolksteken,- de tong van wijzen brengt genezing (NB).
Spreuken 13:17 Een boosaardige bode laat mensen vallen in kwaad,- een betrouwbaar gezant werkt genezend (NB).
Spreuken 14:30 Het leven van lichamen komt van een gezond hart,- en kanker in de botten van naijver (NB). Gaat over je gedachte leven.
Spreuken 15:4 Een genezende tong is een boom van leven,- verkeerdheid daarin verbreekt de geest (NB).
Spreuken 16:24 Honingzeem is wat aangenaam gezegd wordt,- zoet voor de ziel en genezend voor het gebeente (NB).
Spreuken 29:1 Een man van bestraffingen die toch een harde nek toont,- wordt in een ogenblik gebroken, en niemand die geneest! (NB)

Prediker 3:3 heeft in het lijstje Er is een tijd om … en een tijd om … ook de volgende ‘Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen” Helen hoort bij Het Leven.
Prediker 10:4 Wanneer de koning tegen je uitvaart (NBV), verlaat je standplaats niet,- want geneeskrachtige kalmte voorkomt grote misslagen (NB). (marpa)
4. Genezing bij Jesaja
Jesaja in 6:10-11 Toen zei hij (God): ‘Ga en profeteer het volgende tegen dit volk: “Luister goed, maar begrijpen zul je het niet; kijk goed, maar inzien zul je het niet.” Maak het hart van het volk ongevoelig, stop hun oren toe, smeer hun ogen dicht. Dan kunnen ze met hun ogen niet zien, met hun oren niet luisteren, en tot hun hart zal het niet doordringen. Ze zullen niet naar mij terugkeren en geen herstel (andere vertalingen genezing) vinden.’ Is het daarom dat mensen dit onderwerp niet kunnen zien??
19:22 God zal Egypte genezen als ze God erkennen.
30:26 het volk van Jeruzalem zal genezen “Op die dag”.
53:5 “door zijn striemen is ons genezing geworden”. Dit verstaan wij dat het gaat om Jezus die gegeseld werd voor de kruisiging.
57:18 en 19. Genezing voor hen, die zich bekeren (19:22 was erkennen).
5. Genezing bij de profeet Jeremia
Bij Jeremia gaat het om genezing van volken en steden. Een enkele keer ook over de genezing van Jeremia zelf. Voor Babel is er geen genezing meer mogelijk oordeelt de . hier wordt ook de balsem van Gelead genoemd. Die werkt geneeskrachtig.
Jeremia 3:22
Jer 6:14 en 8:11 geven zelfde tekst
Jer 8:15 (marpa) en 22
Jeremia 14:19
Jer 15:18
Jer 17:14 ‘ Genees mij, dan zal ik gezond zijn’. ‘Redt mij dan zal ik veilig zijn’. Want de Heer is de bron van levend water (vers 13). Dit is een tekst vol met woorden waaraan God zich verbindt. God wil de genezer zijn. Jezus betekent God redt.
Jeremia 19:11 Dit hoofdstuk geeft het oordeel over de stad Jeruzalem en het volk weer. Het was omdat ze, onder andere, kinderoffers hebben gebracht. Daarom brengt God onheil . En Tofet zal niet te genezen zijn, wordt onherstelbaar beschadigd. Tofet was de plek van die duisteren rituelen, dus dat God die beschadigd, geeft weer hoop voor het volk.
Jeremia 30: 12-17 over het volk Israël ‘Ongeneeslijk zijn je wonden’ ‘om je vele wandaden, om je talloze zonden’ . Maar ‘weet dat ik je zal genezen’.
Jeremia 33:6 Gaat over de wonden van de stad Jeruzalem, die de Heer zal herstellen. Ondanks dat de mensen van de stad ‘willens en weten tegen mij hebben gezondigd’. Het is een onderdeel van een profetie met veel mooie beloften (marpa).
Jeremia 46:11? Waar komt het woord genezing in voor? Balsem van Gelead wordt hier weer genoemd.
Jeremia 51: 8 en 9 Babel een gouden beker in de hand van de Heer, maar helaas niet meer te genezen. De balsem zal hier niet meer baten. Net zoals in onze tijd het bij sommige landen onmogelijk lijkt om te genezen: Syrië, Afghanistan, Noord Korea.
Klaagliederen van Jeremia 2:13. Jeruzalem, wie zal je genezen?
6. Genezing bij de profeet Ezechiël
Ezechiël 34:5 Gaat over de herders van Israël. Die horen te genezen.
Ezechiël 47:8-12 Dit gedeelte gaat over de rivier vanuit de tempel naar de Dode Zee met bomen ernaast waarvan de bladeren zijn tot genezing van de volken.
7. Genezing bij de profeet Hosea
In het boek Hosea komt de pijn van God naar voren over de miskenning van zijn goede daden o.a. zijn genezingen.
Hosea 5:13 De Assyrische koning kan geen genezing brengen. Die heeft geen middel tegen kwalen.
Hosea 6:1 Een lied dat God graag wilde horen. ‘Hij heeft ons verscheurd, hij zal ons genezen’
Hosea 7:1 God geneest hen maar het leidt tot nog meer zonden
Hosea 11:3 God genas hen maar ze erkende het niet (NBV vertaalt met verzorgt, maar er staat geneest)
Hosea 14:4/5 God geneest hen van hun ontrouw.
8. Genezing bij de kleine profeten
Zacharia 11:16 Een herder hoort voor zijn schapen te zorgen en dat houdt in dat je om hen bekommerd (1), dat je hen opzoekt (2), dat je hen geneest (3) en dat je de gezonde mensen verzorgt (4)
Maleachi 4:2 (3:20) Maar gloren zal voor u die mijn naam vreest de zonne der gerechtigheid, met geneeskracht onder haar vleugels,- en uittrekken zult ge en dartelen als kalveren net van stal. (marpa).

Healing Rooms Gouda