Lange tijd heb ik niet begrepen waarom een zegen of een zegening krachtig zou zijn. Ik heb nu ontdekt dat er tenminste drie dingen een rol spelen of het al dan niet krachtig is. Ten eerste uitgesproken woorden van mensen hebben sowieso een kracht. Ten tweede is de kracht extra als je de zegen ontvangt met een open hart. Ten derde is de kracht extra als de persoon speciaal door God of door een kerk of gemeente is aangewezen om een zegen te geven.
Zegenen in het Hebreeuwse deel van de Bijbel
In het Hebreeuwse deel van de Bijbel, het Oude Testament, wordt het woord ‘barak’ gebruikt, wat je in onze taal kunt vertalen met ‘zegenen’. Het is een woord dat meer dan driehonderd keer wordt gebruikt.
Daarnaast heb je het woord baruch. Een woord dat van barak is afgeleid en dat ook veel voorkomt als naam.
In veel voor- en achternamen worden deze woorden toegepast. Denk aan oud-president Barack Obama van de U.S.A of de voormalige president van Israël: Ehud Barak.
Voorouders, die kozen voor deze namen hebben bewust gewenst dat hun nageslacht tot zegen zou zijn.
Zegenen in het Griekse deel van de Bijbel
Toen men de Griekse taal ging hanteren voor de verkondiging en het onderwijs heeft men voor het Hebreeuwse ‘barak’ het Griekse woord ‘eulogeo’ gekozen om te gebruiken. Je komt het in het Griekse deel van de Bijbel tegen in drie vormen. 44 keer het werkwoord ‘eulogeo’ (strong G2127), 16 keer als zelfstandig naamwoord ‘eulogia’ (G2129) en 8 keer als bijvoeglijk naamwoord ‘eulogetos’ (G2128). In de Studiebijbel voor Bijbelonderzoek zijn het de woordnummers 1939, 1940 en 1941.
In het woorden ‘eulogeo’ komt ‘eu’ voor dat ‘goed’ betekent. Logos is woord. Het woord ‘eulogeo’ is dan goede woorden spreken, dat wordt dan dikwijls met zegenen vertaalt.
Het joodse zegengebed
Zij schrijven dat ze het gebed, de berecha, beginnen met: „Gezegend bent U, Eeuwige onze G-d, Koning van de wereld…” waarna ze verder gaan:
- Voor brood: „…die brood voortbrengt uit de aarde.”
- Voor andere graanproducten: „… die allerlei soorten voedsel geschapen heeft.”
- Voor wijn: „…die de vrucht van de wijnstok geschapen heeft.”
- Voor boomvruchten (zoals appelen e.d.): „…die de vrucht van de boom geschapen heeft.”
- Voor groente en aardvruchten (zoals aardbeien e.d.): „…die de vrucht van de aarde geschapen heeft.”
- Voor al het overig voedsel (zoals vlees en eieren e.d.): „…door wiens woord alles is ontstaan.”
Als ze brood eten wassen ze eerst nog de handen en danken: ‘… die ons geheiligd heeft met Zijn geboden, en ons geboden heeft omtrent het wassen van de handen’.
God die de mensen zegent
In de Bijbel begint het met God die de mensen zegent, daarna komt pas aan de orde dat het belangrijk is dat wij ook zegenen. Genesis 1:28 ‘Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ De woorden ‘Hij zegende en zei’ is een stijlvorm, die in het Hebreeuwse deel van de Bijbel veel voorkomt. Het ‘zei’ benadrukt het woord ‘zegenen’ en geeft de inhoud weer.
Een ander voorbeeld. God zegt tot Abraham Genesis 12: 2-3 ‘Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij’. Een goede waarschuwing voor ons. Hoe spreken we over het volk van Abraham? Goed of met spot?
Mensen zegenen mensen
In de Bijbel staan diverse voorbeelden van mensen die mensen zegenen en hoe ze dat doen. Een voorbeeld: Isaak zegent Jacob o.a. met: ‘God geve je dauw uit de hemel en vette, vruchtbare aarde, een overvloed van koren en wijn. Volken zullen je dienen, naties zich voor je buigen’ Genesis 27:28-29a.
In Genesis 49 kunnen we lezen dat Jacob ieder van zijn zonen zegent.
Mensen zegenen God
In Genesis 14:20 spreekt Melchizedek: ‘Gezegend zij God, de Allerhoogste: uw vijanden leverde hij aan u uit.’ In de Psalmen komen we divers keren tegen dat mensen God zegenen. Een voorbeeld is Psalm 144.
Psalm 144:1-2. Geprezen zij de HEER, mijn rots, die mijn handen oefent voor de strijd, die mijn vingers schoolt voor het gevecht, mijn beschermer, mijn vesting,de burcht die mij veiligheid biedt, het schild waarachter ik schuil, hij die volken aan mij onderwerpt.
[NBV. Hier is met ‘Geprezen’ vertaalt, terwijl er in de Bijbel ‘barak’ staat wat ‘gezegend’ betekent]
Het zegen en dankgebed van Jezus
De evangelisten hanteren voor het gebed van Jezus voor de maaltijd twee verschillende woorden. Volgens Matteüs 14:19, Marcus 6:41, Marcus 8:7 en Lukas 9:16 spreekt Jezus het zegengebed uit. [NBV, het woord eulogeo in de Bijbel]. En volgens Matteüs 15:36, Marcus 8:6, Johannes 6:11 en 23 spreekt Jezus het dankgebed uit. [NBV, het woord eucharisteo in de Bijbel]
De woorden die Jezus sprak zullen de in die tijd gebruikelijke woorden zijn geweest. Ik heb ze nog niet kunnen vinden. Het zal sterk op het hedendaagse joodse gebed geleken hebben. ‘Baruch atah adonai elohenu melek ha ‘olam (Gezegend u Heer onze God koning van het heelal).
En dan voor het tweede deel van het gebed speciaal voor het brood en de vissen: ‘Die brood voortbrengt uit de aarde en door wiens woord alles is ontstaan’.
Het zegenen hoorde ook met een dankbaar hart. Daarom kun je het ook beschreven een dankgebed noemen.
De apostel Johannes blikt later nog eens terug op het wonder van het voeden van de 5000 mensen met vijf broden en twee vissen. Het lijkt erop dat hij zegt dat het wonder begon bij het uitspreken van Jezus van het dank/zegen gebed, zie Johannes 6:23.
We lezen dat ook bij het laatste Pesachmaal van Jezus en zijn discipelen. Zowel Matteüs, als Marcus als Lukas noemen het gebed voor het brood en daarna het gebed voor de beker zowel een dank- als een zegengebed.
Paulus schrijft erover dat we die beker ‘dankzeggende zegenen’, een mooi gekozen beschrijving, zie 1 Korintiërs 10:16
Paulus zegen woorden als voorbeeld
Aan het eind van iedere brief van Paulus schrijft hij tenslotte nog enkele goede woorden, een zegen op voor de gemeente. Die zegen verschilt van brief tot brief. Soms heel kort, soms wat langer. De woorden zijn gericht tot de mensen van de gemeente, behalve bij de brief aan de Romeinen waar het goede woorden voor God zijn.
Het Grieks kent geen beleefdheidsvorm, dus je kunt ook met ‘jou’ en ‘jullie’ vertalen. In de meeste zinnen staat geen werkwoord. De vertalers voegen er meestal ‘zij’ aan toe. Een wensvorm. Predikanten gebruiken dat ook vaak bij het uitspreken van de zegen. Andere predikanten voegen ‘is’ toe. Bijvoorbeeld: ‘De genade is met u’.
Wat ook nog verschilt is enkelvoud of meervoud. Meestal staat er meervoud ‘jullie’, soms enkelvoud ‘jij’.
In Galaten 6:18 en Filippenzen 4:14 staat “de genade zij met uw geest’. De NBG vertaalt dit wel, maar de NBV niet. Waarom laat de NBV die vervallen? Begrijpt men dat niet? Vind men die toevoeging overbodig? In 2 Timoteüs 4:22 staat de “De Here zij met uw geest”. De NBV vertaalt ook hier “De Heer zij met je”.
De brief aan Korinthe bevat nog een heel ander aspect. Namelijk dat je een zegen uitspreekt, die met menselijk gehoor niet te begrijpen is.
1 Korintiërs 14:16. Want anders, indien gij een zegen uitspreekt met uw geest, hoe zal iemand, die als toehoorder aanwezig is, op uw dankzegging zijn amen spreken? Hij weet immers niet, wat gij zegt.
Dit zijn de zegenbeden in de brieven van Paulus.
Romeinen 16:27. ‘Hem, de alleen wijze God, zij, door Jezus Christus, aan de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen’. [NBG, sommige handschriften hebben van de eeuwen]
1 Korintiërs: ‘De genade van de Heer Jezus met jullie. De liefde van mij met jullie allen in Christus Jezus’. [Sommige handschriften voegen Christus toe in de eerste zin. Sommige voegen ‘amen’ toe]
2 Korintiërs: ‘De genade van de Heer Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest met jullie allen’.
Gemeenschap is de vertaling van het Griekse woord koinonia. De gemeente is een gemeenschap van de heilige Geest. Deze zegen woorden worden in protestantse kerken gebruikt aan het eind van de dienst.
Galaten: ‘de genade van de Heer van jullie Jezus Christus met de geest van jullie. Amen’
Efeziërs: ‘Vrede aan de broeders en zusters, en liefde met geloof van God de Vader en van de Heer Jezus Christus. De genade met al de liefhebbenden van de Heer van ons Jezus Christus in onvergankelijkheid’. Sommigen handschriften voegen ‘amen’ toe.
Filippenzen: ‘de genade van de Heer Jezus Christus met jullie allen’. Sommige handschriften voegen er aan toe: ‘met de geest van jullie’. Sommige voegen ook ‘amen’ toe.
Kolossenzen: ‘Genade zij met jullie’. Sommigen handschriften voegen er ‘amen’ aan toe.
1 Tessalonicenzen: ‘De genade van onze Heer Jezus Christus met jullie’.
2 Tessalonicenzen: ‘De genade van onze Heer Jezus Christus met jullie allen’.
1 Timoteüs: ‘De genade met jou’. Sommige handschriften ‘met jullie’.
2 Timoteüs: ‘De Heer zij met je. Genade zij met jullie’. Griekse tekst: ‘De heer Jezus Christus met de geest van u. De genade met u. In sommige handschriften staat er nog ‘amen’ achter.
Titus: ‘Genade zij met jullie allen’. Griekse tekst: ‘De genade met u (humon) allen’
Filemon: ‘de genade van onze Heer Jezus Christus zij met u’. In het Grieks staat er niet ‘zij met u’, maar ‘met de geest van u’. In sommige handschriften staat er nog ‘amen’ achter
(met dank aan de Studiebijbel van het Centrum voor Bijbelonderzoek).
Ds. Hette Abma in een preek: ‘Het woord ‘zij’ in de zegen is te weinig, maar het woord ‘is’ is teveel’. Het zit er tussen in. Het is een soort pakketje wat je krijgt. Of moet je zeggen een baal of een berg. Het wordt je toegeworpen ‘Genade voor jou’. ‘De liefde van God voor jou’. Ontvang je het? Niet zomaar geven, ook niet zomaar laten gaan maar bewust ontvangen. Daarom is er in sommigen handschriften ‘Amen’ aan toegevoegd.
De zegen woorden van de hogepriester
De HEERE zegene u, en behoede u!
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig!
De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede!
In Numeri 6: 24-26 staat deze zegen van God voor Aäron en zijn zonen. Dit wordt ook wel de Aäronitische zegen genoemd. God voegt er nog aan toe: ‘Zo moeten zij Mijn Naam op de Israëlieten leggen; en Ík zal hen zegenen’ vers 27. De tekst hierboven staat zowel in de SV, NBG als HSV. De NBV maakt er een wens van ‘moge’ dit en ‘moge’ dat.
De vertalers van de NBV denken blijkbaar dat het om een wens uitspreken gaat, maar de zegen spreek je uit in geloof.
Drie keer in iedere zin is God het onderwerp. De drie zinnen bevatten achtereenvolgens 3, 5 en 7 woorden en respectievelijk 15, 20 en 25 letters.
Letterlijke vertaling: | |
Zegene u- de Here- en Hij beware u (3) | Bewaren is beschermen of beveiligen. De taak van een vader en zeker dus ook van dé Vader. |
Doe schijnen- de Here- zijn aangezicht- over u- en geve u genade (5) | Zijn aangezicht doen schijnen betekent dat we Hem kunnen zien. Zoals je in het donker met een lamp iemands gezicht kunt zien als je die beschijnt. Het tegenovergestelde zou zijn dat God zich verborgen houdt. |
Heffe op- de Here- zijn aangezicht- over u- en Hij stelle- voor u- vrede (7) | Heffe op, betekent Hij kijkt naar jou en Hij kijkt je aan. En Hij stelt voor jou vast: vrede. |
Wie mag zegenen?
Op diverse plaatsen in de Bijbel staat dat we moeten zegenen en niet vloeken. Dat geldt voor iedereen.
De zegen, die hier staat was een opdracht van God voor Aaron en zijn zonen. Maar het is zeker niet zo dat anderen die niet mochten uitspreken. Echter: als je deze woorden wil uitspreken over het hele volk, dan was het een taak van de hogepriester. In kerken is het de taak van de dominee om vanuit de taak die hij bekleedt over de gemeente de zegen uit te spreken.
Zegenen hetzelfde als compliment geven?
Het woord ‘compliment’ komt niet in de vertalingen voor, maar je kunt het zien als een vorm van een zegen.
Onze complimenten gaan meestal over wat iemand heeft gedaan, maar de Bijbel spreekt ook positief over een personen. God zei: ‘Dit is mijn geliefde zoon, in Hem verheugd mijn hart’. ‘Als wij een ander een compliment geven dan fungeren wij eigenlijk als spreekbuis van de Heer bij het opbouwen van die ander.
En als wij een gemeend en terecht compliment ontvangen, dan laten wij ons in feite door de Heer via een mede-gelovige opbouwen’ (citaat van Jan Willem en Cora Bakker).
Als je een compliment in opdracht van de Heilige Geest geeft, dan heeft het kracht.
Als je iemand wil zegenen
Als je iemand wilt zegenen, ga dan ‘parelduiken’. Parelduiken (als houding als je voor een naaste gaat bidden): – aandacht geven voor het goede – waar is God aan het werk in de ander? – Geef God de eer. Je kunt ook altijd woorden spreken als: ‘Ik zegen jou met de liefde en genade van Onze Heere Jezus Christus’.
Je kunt ook iemand zegenen, waarmee je een conflict hebt. Het is zelfs de wil van onze Heer voor ons. Benoem de goede dingen van hem of haar. En de dingen die God voor hem of haar heeft: liefde, genade, wijsheid en inzicht. God kan de ander laten zien wat goed en fout is bij hem of haar. Je kunt als vervolg bidden: kom in deze situatie.
Je kunt ook mensen zegenen, die het moeilijk hebben. Hoe doe je dat voor iemand met een depressie? Bedenk dat er ook goede dingen zijn van een depressie. Tenminste als je depressief bent om een nare situatie te verwerken. Je wordt er sterk van, het maakt je los van je gevoelens en het geeft je een time-out in een tijd van rouw. Je zou een volgende zegen kunnen uitspreken: “Ik zegen de tijd en de rust die je nu heb om het verdriet te verwerken. En ik zegen de kracht om deze tijd door te komen”.